Palatnik-Basman gambiet

Vorig seizoen kreeg Kevin dit gambiet voorgeschoteld in een KNSB wedstrijd. Hij kende het gambiet nog niet, nam drie gambiet pionnen aan, en werd snel in een miniatuur van het bord gezet.

Ik kende dit gambiet al wel een paar jaar, en keek toevallig ook een keer mee toen Nick Schilder en IM Manuel Bosboom en wat anderen het aan het analyseren waren tijdens de pauze van een snelschaaktoernooi.

Dit seizoen mocht ik al eerder met dit gambiet winnen tegen een sterke speler bij correspondentie schaak voor ASV-online, en ik won ook met dit gambiet in de KNSB competitie dit seizoen. Zie hier beneden.

Conclusie : Als je met zwart dit gambiet niet kent, en je snoept te snel en teveel pionnen dan kun je van een koude kermis thuiskomen. Als je je goed voorbereidt dan zul je waarschijnlijk zien dat zwart op diverse manieren dit gambiet kan weigeren of ontwijken, en bij het aannemen van het gambiet zijn er ook diverse mogelijkheden waarbij zwart niet snel hoeft te verliezen.

Partij Edzard uit SOS wedstrijd Groesbeek

De partij die Edzard in Groesbeek speelde was erg interessant en trok aardig wat bekijks. Wit verloor een kwaliteit maar had erg veel actieve stukken die richting de zwarte koning werd gestuurd. Erg leerzaam en een genot voor het oog om te kijken naar de varianten die Stockfish schaak-engine achteraf liet zien. (Dank aan Marijn die na de partij een fotootje van de partij notatie maakte, en dank aan Edzard voor toestemming van plaatsing van deze partij).

Materiaal versus schaakmat

Minder ervaren schakers in onze Europese contreien hebben soms de neiging om enkel pionnen en stukken aan te vallen, en daarmee wordt men misschien onbewust erg materialistisch, en vergeet men een belangrijk ding wat in de tijdnood fase van een partij ook bijzonder handig kan zijn : “Schaakmat beeindigt de partij onmiddelijk!”. Deze drang naar bezit van schaak materiaal kan er ook voor zorgen dat het offeren van eigen materiaal moeilijker wordt. Hier een erg mooi voorbeeld van materie versus tijd, activiteit en schaakmat.

In deze stelling dreigt zwart remise te maken met eeuwig schaak. Wit vindt een fraaie winstweg met een opmerkelijk pionoffer dat de zwarte koning kwetsbaar maakt.

Complete partij staat hier (web link).

Het kwaliteitsoffer (2)

In het vorige artikel over het kwaliteitsoffer zagen we dat je, als vuistregel, in principe al een kwaliteit kunt offeren als je er minstens een pion bij krijgt. Hieronder in deze externe wedstrijd partij krijgt Henk (wit) al meer dan een pion erbij.

De partij werd in de tijdnood fase nog remise, maar mooi om te zien dat de kwaliteitsoffer kansen uitstekend werden waargenomen.

Een ander verhaal is de zogenaamde kleine kwaliteit. Twee lichte stukken tegen een toren. Qua materiaal, houtjes tellen, is dat 6 tegen 5 punten, maar in de praktijk is het nog niet zo eenvoudig. Als de lichte stukken goed kunnen samenwerken en goede steunpunten hebben, en als de toren geen aanvalsobjecten heeft (Torens zijn erg goed om pionnetjes mee weg te snoepen), dan hebben de twee lichte stukken winstkansen. Als de toren wat pionnen kan meesnoepen en dan een vrijpion kan helpen om naar de overkant te dreigen te promoveren, dan heeft de toren partij winstkansen.

Hier een eenvoudig voorbeeld partijtje waarin zwart de kleine kwaliteit wint.

Zwart heeft hierna materieel voordeel, maar het is niet zomaar een twee drie gewonnen. Remise is niet onwaarschijnlijk.

Voorst – Zevenaar 1 : 3.5 – 4.5

Op bord 8 gaf invaller Yannick goed partij, maar moest uiteindelijk de koning omleggen. Op bord 7 speelde een andere invaller, Tonie Claessen, een zeer fraaie partij, en won snel.

Op bord 6 gingen bij Thomas de dames er vrij snel af, en er zat weinig muziek in de symmetrische stelling : remise. Op bord 5 ging Arie de risico’s niet uit de weg en speelde, a la Caruana-Carlsen, de Svesnikov Siciliaan met wit. Arie kwam gewonnen te staan, maar de winst lag niet zeer gemakkelijk voor het grijpen, en uren later was remise een feit. Op bord 4 moest Kevin na de opening even “keepen”, en speelde daarna een bijzonder puik toreneindspel waarbij de lokale eindspel training vruchten afwierp. Bravo! Op bord 3 speelde Albert Janssen met wit tegen de Franse verdediging waarbij zwart na een paar foutjes al vrij snel aan de noodrem moest trekken, en wit het punt binnen haalde. Op bord 2 speelde Guust tegen de nummer 1 van Voorst, en kwam snel in de problemen in de opening. Na zorgvuldig en geduldig “keepen” werd een kostbaar half punt in de wacht gesleept. Op bord 1 won Justus met wit een pion en de kwaliteit maar zwart had compensatie en de zwartspeler trok langzaam maar zeker het punt naar zich toe. Een nipte overwinning aan het einde van het seizoen. Nog een laatste wedstrijd te spelen. Kampioen worden zit er niet meer in na vandaag. De koploper Pallas won ook.

Hier nog het verslagje van de website van Voorst :

Bij de schakers van Voorst 1 gaat het de afgelopen ronden stroef in de landelijke competitie. De laatste thuiswedstrijd werd gespeeld tegen het sterke Zevenaar 1. Het begin was teleurstellend door een snelle nederlaag van Richard van Tienhoven. Ook voor invaller Marcel Kraaijkamp was een nederlaag al snel onafwendbaar. Een riante voorsprong voor de bezoekers werd geconsolideerd door de remise van John Sloots. Jeroen Bosch was de vorige ronde verantwoordelijk voor een blamage. Dit keer sloeg hij keihard terug. Hij offerde een kwaliteit en liet daarna zijn sterke tegenstander volkomen kansloos. Paul Tulfer stond zijn hele partij goed en wist dit ondanks de tijdnood te verzilveren tot een overwinning. Met een gelijke tussenstand boden de laatste drie partijen perspectief. Lutsen Dooper wist ondanks een wat mindere stelling remise uit het vuur te slepen. Helaas trok Michiel Jansen in een toreneindspel aan het kortste eind. Aan teamleider Rudy Bloemhard de opgave om een gelijkspel uit het vuur te slepen. Met een pion voorsprong bood zijn stelling zeker mogelijkheden. Hij had echter ook tijdnood en, niet te onderschatten, een erg sterke tegenspeler. Uiteindelijk moest hij berusten in remise. Hierdoor ging Voorst met een nipte nederlaag onderuit. Het degradatiespook zweeft, met nog 1 ronde te spelen, ergens tussen hoop en vrees.

Edese S.V. 1 – Zevenaar 2 (SOS 1) 5 – 3

Op bord 8 kwam Jan Elfrink onder druk te staan met zwart. Wit kon e5 spelen en had ruimte overwicht, maar Jan hield goed stand en remise was een feit. Op bord 7 had Daniel een interessante partij. Zijn tegenstander ging heel snel over op een offensief op de koningsvleugel, offerde twee pionnen, en kreeg daarvoor initiatief. Daniel hield goed stand, maar heeft ergens betere zetten gemist. Een tijd later stond er een verloren eindspel op het bord met een toren voor wit met wat pionnen versus loper en paard en twee verbonden vrijpionnen voor zwart. Op bord 6 ging er bij Tonie tactisch wat mis in een stelling die er onschuldig uitzag op het eerste gezicht. Jeroen speelde op bord 5 een fantastische partij, die in aanmerking komt voor de schoonheidsprijs.

Op bord 4 leek de tegenstander van Hans in een mataanval te gaan winnen, maar Hans wist het tot een verlies van de kwaliteit te beperken. Zonder compensatie echter, en wit won. Op bord 3 speelde Henk wederom een zeeslang partij. Won een pion, maar had een slechte loper tegen mooi paard, en zwart had licht initiatief over de h lijn. Toen zag Henk een tactische paardvork over het hoofd. Hij zat niet bij de pakken neer en vond een fraaie tussenzet, offerde daarna de kwaliteit en met beiden nog ongeveer 3 minuten op de klok werd tot remise besloten.

Op bord 2 bij Marijn gingen vrij snel allerlei lichte stukken van het bord, en remise was daarna een feit.

Op bord 1 speelde ik een matige partij. Ik kon me niet goed concentreren met het gepiep van het lopen over de vloer er vlak naast, en vreesde te gaan verliezen. Mijn tegenstander deed echter niet altijd de beste zetten, en na stug volhouden werd tot remise besloten.

De schwindle (1)

Jaren geleden speelde ik met Tom Bus in een team in de KNSB competitie. Naast analyseren, speelden we ook af en toe snelschaak, waar ik dankzij Tom, en mijn teamgenoten als Jan Fober, het begrip Schwindle beter leerde kennen, en gaandeweg begonnen mijn schwindle vaardigheden toe te nemen. Jaren later speelde ik bij een andere schaakclub waar ook een jong talent speelde, waar ik vaker mee analyseerde en schaakte. Hij kreeg landelijke training, en bracht het later tot 2200+ rating. Tijdens onze snelschaak sessies verloor hij echter vaak van me, terwijl ik geen training kreeg, en een middelmatige schaker ben. Hoe kwam dat ? I realiseerde me later dat hij had het schwindle hoofdstuk helemaal nog niet geleerd. Onlangs kwam ik in een schaakboek een stelling tegen van een grootmeester partij tussen Gdanski en Arkell, (European Club Cup, Neum, 2000) met commentaar van GM Jonathan Rowson.

In deze positie heeft zwart een pion minder en als zwart niet snel is dan heeft wit maar een paar zetten nodig om het witte voordeel te vergroten.

Zwart speelde hier de ongelooflijke zet g6g5!!

Ik vond dit erg boeiend om te lezen, en liet het op de clubavond aan diverse mensen zien, onder andere aan Karel Verbeek. En Karel liet zijn schaak niveau meteen weer zien door 2.Lc1!! te suggeren. Dat zag er goed uit. Thuis met Stockfish bleek Karel gelijk te hebben.

Mijn conclusie was : Arkell had een erg mooie schwindle bedacht !

GM Rowson schrijft : “Apparently just after Keith played 33…g5, Gdanski, who was rated 2557 when the game was played, looked bemused and just whipped the pawn off. Taking is the best move, but he should have treated 33…g5 with a little more respect.”

De partij is als link ook hier op chessgames.com te vinden. En hier is een link naar een artikel met uitgebreidere partij analyse en commentaar op chessbase.com.

Bijzonder mooie tactische kans gemist

Schaak positie partij Jos - Menno
Schaak positie partij Jos – Menno

Tijdens de tweede Rapid schaak avond gebeurde er iets opvallends. Bij de partij Jos tegen Menno hoorde men de witspeler zeggen : “Ik zie het niet”, en “Wacht even”, en Jos maakte een foto van de stelling. Handig want noteren was bij de 20 minuten per persoon per partij niet verplicht. En wat bleek later ? Jos had het perfecte moment gekozen want er zat een schitterende taktische wending in. Op dat moment stond de zwarte koning op de tocht, maar van wit stond materiaal in.

Studie van Josef Kling

Onlangs kwam ik een schaakstudie tegen in een artikel van IM Jeroen Bosch. Wit geeft mat zonder de witte koning te gebruiken.

Toen ik dit voor het eerst zag kwam er meteen een enorme golf van enthousiasme en ongeloof boven. Adrenaline met dopamine. Zoiets. Ik vond die pionnen studie van Richard Reti al zo mooi en geniaal met zo weinig materiaal. En deze studie heeft nog minder materiaal! Ik wilde deze studie zo snel mogelijk delen met andere schakers, maar toen ik het met Stockfish wilde uitspelen lukte het me niet. Jeroen Bosch gaf : 1.Dh6+ Kg2 2.Dh4! […] en dan drijft de witte dame de zwarte koning naar a4 waarna with met Db2 de witte koning naar a5 drijft, en dan gaat het schaakmat. Een erg verkorte variant dus in dat artikel. Het lukte me daarna niet om dit op het bord te krijgen. Steeds weer vastlopend in pat. Ik begon te twijfelen of deze studie wel correct was. Vlak voor de externe wedstrijd tegen Lonneker liet ik de stelling aan Arie zien, en een speler van Lonneker kwam er meteen bij staan en verzekerde me dat de studie correct is, en dat er wat fijnzinnige zetten in zitten! Dagen later heb ik deze studie op een schaaksite forum geplaatst met de vraag of de studie wel correct was. Vrij snel kwamen er diverse antwoorden, en het moet gezegd dat de varianten fraai zijn.